Geschiedenis Kerk

St. Salvatorkerk

Bezienswaardigheden Sint Salvatorkerk

Parochie van de Allerheiligste Verlosser Meerle

Hoewel Meerle als naam nog niet echt bestond is het eerste schriftelijk bewijs van bewoning uit het jaar 992. Daarin is er sprake van enkele goederen die geschonken zijn te Baarle, de parochie waartoe het "dorp" op kerkelijk vlak toe behoorde. De naam "Meerle" verschijnt voor het eerst in een akte van het jaar 1223 toen er in de toenmalige kapel een Benificie gesticht werd. 

Meerle, een Adellijke gemeente

Wie Meerle binnenkomt, ziet dadelijk dat deze deelgemeente van de stad Hoogstraten, een zekere "allure" heeft. Het is geen gemeente zoals vele andere. 

Dit is zeker te danken aan twee invloedrijke instanties die gedurende eeuwen zeggenschap over Meerle hebben gehad. De ene op geestelijk de andere op wereldvlak. 

De eerste abdij van Thorn

De stichteres van het Stift (sticht) van Thorn, Hildegondis, gravin van het land van Strijen, had reeds in de tiende eeuw grondrechten over Baarle, waartoe ook Meerle behoorde. 

Bij de oprichting van het Stift van Thorn schonk de stichteres deze grondrechten aan het Stift. Deze rechten bleven uitgeoefend tot de Franse revolutie. (1789) 

In het Stift, dat kan vergeleken worden met een adellijk begijnhof, mochten enkel rijke dames binnen die minstens 8 wapenkwartieren in hun bezit hadden. In de 16é eeuw waren er onder meer leden van de familie van Lalaing in Thorn.

Maquette van de abdij van Thorn
Maquette van de abdij van Thorn

Over Meerle had het Stift, langs Baarle om, het patroons- en het persoonsrecht, waardoor Thorn als het ware meester en zelfs eigenares was van de parochie Meerle, waarbij de pastoor een soort plaatsvervanger was van de abdij. Oorspronkelijk behoorde de parochie Meerle tot de parochie St.Remigius te Baarle. De mensen van Meerle moesten te voet over de heide naar de kerk in Baarle. Omwille van de afstand, 10 km, werd er dan een kerkje te Meerle gebouwd ( ergens einde 1100 ) Dat was de oorsprong van een afzonderlijke parochie.

Abdij van Thorn
Abdij van Thorn

Ook daarna bleef het Stift van Thorn nog een grote zeggenschap behouden. Het inde er nog belasting (tiendenrechten) maar diende eveneens te zorgen voor het onderhoud van de altaren en het hoogkoor. Dat liep echter niet altijd van een leien dakje en meerdere malen werd tussen de parochie en het Stift geprocedeerd. Soms tot in de hoogste rechtsinstantie van de provincie. De invloed van Thorn bleef voor Meerle echter gunstig met, een prachtige kerk, tiendenklok en een adellijke glans over de gemeente, tot gevolg. 

Het graafschap Hoogstraten 

Op wereldvlak hoorde Meerle, in de 13é eeuw, tot "het land van Hoogstraten" Met andere gemeenten behoorde Meerle alzo aan de familie van Gemmenich, van Cuyck, van Borselen, Culemborg en de Lalaing.

In 1518 werd Meerle mee opgenomen in het graafschap Hoogstraten met aan het hoofd Anton de Lalaing. In die periode bloeide het graafschap welig, maar bij het aanbreken van de 80 jarige oorlog (1568-1648) raakte ook Meerle betrokken.

De wereldlijke macht van de graven van Hoogstraten heeft een stempel gedrukt op Meerle. De graven waren immers bevoegd om samen met de parochianen de koster en schoolmeester aan te stellen. En wie had er toentertijd meer invloed dan de schoolmeester?

De eerste graaf van Hoogstraten, die in de jaren 1520-1545 de kerk van Hoogstraten liet bouwen, zal zeker ook wel een invloed gehad hebben bij het bouwen van de nieuwe kerkdelen, rond 1530, in Meerle

In 1740 werd het graafschap Hoogstraten, onder de prinsen van Salm-Salm, verheven tot Hertogdom Hoogstraten. Ook Meerle hoorde daarbij, en door de Franse revolutie ( 5/5/1789 – 9/11/1799 ) kwamen de aparte gemeentes tot stand. Ook Meerle

Nicolaas Leopold van Salm Salm 1709-1740 graaf van Hoogstraten, 1740-1770 Hertog van Hoogstraten
Nicolaas Leopold van Salm Salm 1709-1740 graaf van Hoogstraten, 1740-1770 Hertog van Hoogstraten

De parochie

Het ontstaan van de parochie Meerle is niet juist te bepalen. Waarschijnlijk is de afscheiding van Baarle reeds gebeurd ergens einde 11é- begin 12é eeuw toen in Meerle de kapel werd gezet. En uit een oorkonde van 10 juni 1261 blijkt dat er toen ook een pastoor geweest moet zijn, wat uiteindelijk in de 14é eeuw leidde tot een volledig zelfstandige parochie.

Een manslag (moord) ligt aan de oorsprong van de oprichting van de huidige kerk, de plaats waar nu de huidige kerk nog staat. Het centrum van de gemeente hoorde toe aan een persoon die een moord pleegde. Zijn goederen werden hierdoor aangeslagen en toebedeeld aan de Heer van Hoogstraten en die besteedde het aan de oprichting van deze kerk.

Tot in de eerste helft van de 16é eeuw was onze kerk nog eerder een kleine kerk. Een deel van de kerk en de toren, zoals ze, voortgaande op de stijlelementen, waarschijnlijk in de eerste jaren van de 15é eeuw gebouwd werden, bestaat nog steeds. De basis van de toren is nog echt Romaans en is zeker ouder dan de bovenste helft. De eerste kerk had bovendien nog geen zij- en dwarsbeuken maar slechts twee kleine zijkapellen die thans nog bestaan. ( doopkapel en kapel waar thans OLV van Meerle staat.)

Toen er in 1526, voor die tijd, veel huizen (180) stonden en er naar schatting 1200-1300 mensen woonden werd er dat jaar, in opdracht van de Graaf van Hoogstraten, begonnen met de bouw van het thans nog bestaande koor en ook de dwarsbeuken. Dit is nog af te leiden aan de aanwezigheid van een sluitsteen in de dwarsbeuk waarop zijn wapen staat. Ook het jaartal 1529 vinden we er terug. De kosten moesten, voor een groot gedeelte, door de parochianen zelf gedragen worden waardoor het kerkbestuur zelfs verschillende leningen moesten aangaan.

Voor de verbouwing werd dezelfde procedure gevolgd zoals in Hoogstraten. Men bouwde een nieuwe kerk over de bestaande kerk en de oude werd er onderuit afgebroken. Wie de architect was is niet met zekerheid te zeggen, maar men vermoedt; Rombout ll Keldermans. Maar dan klopt er ergens iets niet met de datering, want Rombout ll Keldermans is geboren in 1420. Dit vermoeden is er omdat hij in diezelfde periode ook aan kerk van Hoogstraten heeft gewerkt. Ook de gelijkenissen met de kerk van Hoogstraten doet dit vermoeden, zoals daar zijn de hoge koorramen en het Spaanse torentje te midden op de dwarsbeuken.

De totale bouw van de kerk is nooit voltooid wegens financieel gebrek. De Graaf van Hoogstraten moest zelfs voor de bouw van zijn eigen kerk snoeien in zijn plannen, waarom zou Meerle dan niet zuiniger aan moeten doen? Meerle had al genoeg schulden gemaakt en kon zich niet meer schulden veroorloven. Ten gevolge daarvan heeft men, na de bouwwerken van de dwarsbeuken, de werken stopgezet en het dak terug laten zakken tot het niveau van het oude dak. Door al die verschillende bouwwerken, door de eeuwen heen, heeft de kerk in Meerle een bijzonder kenmerk gekregen. Een romaanse, een vroeg- en laatgotische stijl verenigd in één prachtig geheel.

De geldnood van destijds maakt dat de kerk nu interessant is geworden omdat de gotische bouwstijl hier veel meer waar te nemen is dan elders. Men ziet de evolutie in van deze bouwstijl. Namelijk het ontstaan van het gotiek na de romaanse stijl samen met de laat gotiek en de vlam gotiek waaraan onze streek zo rijkelijk voorzien is.

De kerk werd voorzien van verschillende altaren: één voor Onze Lieve Vrouw, één voor de Heilige Geest en één voor Sint Joris. Maar van deze drie is er echter niets meer over gebleven. 

plattegrond van de kerk
plattegrond van de kerk

Tijden van oorlog en verval

Tijdens de 80jarige oorlog had Meerle en zijn kerk veel te lijden van het oorlogsgeweld en ook het feit dat de mensen in de kerk onderdak en veiligheid gingen zoeken die men thuis niet kon vinden. De kerk werd een toevluchtsoord en werd al snel "een schuur". De torenklok en de ramen werden in 1588 vernield en moesten met stro dichtgemaakt worden om zo nog enige warmte te behouden.

In 1600 was de gehele toren stuk en dienden de kerkmeesters een omhaling te doen om de kosten van herstel te dragen. De werken konden echter pas in 1605 uitgevoerd worden.

Na het oorlogsgevaar zat "het geloof" er nog diep in en wilde men onmiddellijk beginnen met het herstel van de kerk en wederom rekende ze in Meerle op de steun van het Stift van Thorn, maar financiële hulp bleef uit. In 1632 liet de toenmalige Abdis van Thorn de kerk verankeren om verder verval te voorkomen. In 1652 schreef men; "het koor van de kerk blijft onderhouden maar het schip dreigt in te storten" Het is er gevaarlijk geworden en, tijdens felle winden, vluchten de parochianen, zelfs, tijdens een Heilige mis op het hoogkoor, de kerk uit. De Abdis bleef haar standpunt verdedigen en in 1660 werd er een akkoord gemaakt als volgt ; Het hoogkoor werd door Thorn betaald, het schip door de parochianen. In 1663 was de kerk er intussen zo erg aan toe dat er door een storm een gedeelte van de kerk werd vernield. Nu moesten de parochianen op eigen kosten alles financieren en herstellen.

In de tweede helft van de 17é eeuw en in de 18é eeuw kende de kerk een grote bloei. De meeste kunstschatten dateren ook uit die tijd en tonen dan ook de welvaart van de kerk van Meerle. In 1725 bouwde men een nieuwe sacristie. Meerle kreeg in die tijd heel veel bedevaarders over de vloer en uit Nederland kwamen er zelfs veel vormelingen. In die jaren gebeurde het dat er 4000 vormelingen waren.

Het beeld van Onze Lieve Vrouw

Het beeld van Onze Lieve Vrouw van Meerle vertoond "de Heilige Maagd zittend op een bank zonder leuning". Op Moeders knie en gesteund door de rechterarm rust het kindje met opgestoken armen. Het beeld is 94cm groot en het kindje 30cm. Het beeld behoort tot de zittende Mariabeelden van voor 1250 ( volgens "Meerle door de eeuwen heen" uitgave 1922 ) Het beeld is afkomstig uit de streek van Hanau uit Duitsland en werd volgens een legende door de Hertog van Hoogstraten, in 1520, naar hier gebracht om te behoeden tegen de beeldenstorm.( De heiligenbeelden en religieuze objecten werden stelselmatig vernield door de protestanten.) Echter deze legend klopt niet omdat in de 16é eeuw Hoogstraten nog geen Hertogdom was maar een Graafschap was. Volgens een andere legende is het beeld meegebracht door de familie van Salm-Salm. In elk geval was het beeld van Maria al tijdens de grote verbouwing al in de kerk van Meerle. In 1663 liet men voor het beeld in Breda een kroon maken.

Het grote feest van O.L.V. was op 15 augustus, en in het archief van de kerk bevinden zich talrijke documenten over wonderen die O.L.V verricht heeft. Dat getuigen ook de verschillende dankplaatjes die in de kerk hangen.

In 1873 vierde men 300 jaar bedevaarten en er waren toen 10.000 bedevaarders aanwezig.

Schilderijen van Onze Lieve Vrouw

1: Een zeezicht met schipbreuk en opschrift : Door de voorspraak der Heilige Moeder Gods zijn wij verlost van schipbreuk" den 13 september 1695 ( is geen afbeelding van O.L.V. van Meerle) 

2:Een schilderij met beeld van O.L.V. waarvoor een kind knielt, met opschrift "Magiel van Ghelen, genezen van een dodelijke ziekte door het aanroepen van O.L.V. van Meerle" Anno 1730

Het zijn eerder primitieve werkjes maar het is echter wel een bewijs van de grote Maria verering

Het kerkinterieur

Sedert de restauratiewerken van 1970 is de kerk sober gehouden in versiering waardoor de kunstschatten die er zijn het best tot hun recht komen.

Het orgel

Onder de toren staat het orgel dat in 1779 werd gemaakt voor de kerk van Meerle. Het instrument werd geleverd door de Duitse orgelbouwer Jan Titz die toen in Hoogstraten woonde. De orgelkast werd gemaakt door Jan Peeters en het loofwerk door Petrus Somers. Het koste toentertijd 2806 gulden. Momenteel is het orgel maar gedeeltelijk bespeelbaar.  

De preekstoel

De maker is onbekend. De preekstoel, in Louis XV stijl, geeft in de voet een uitbeelding van de parabel van de ontmoeting van Jezus met de Samaritaanse vrouw aan de put van Jacob. De preekstoel stond reeds in 1630 in de kerk. Ook in de kuip staan uitbeeldingen van het evangelie, namelijk "de bergrede" en andere.

Het hoogaltaar

Het hoogaltaar bevat niet, zoals in de meeste kerken een schilderij, maar een beeldhouwwerk dat de verrijzenis van Christus voorstelt. Het is een renaissance altaar waarvan de maker onbekend is. Voor het hoogaltaar werd gemarmerd en beschilderd hout gebruikt en dateert uit 1783. Het geheel past zeer goed in de kerk en sluit uitstekend aan bij het andere beeldhouwwerk.

Koorgestoelte en muurbekleding 

Het rococogestoelte dateert uit 1750 en is het werk van Menso Somers, de vader van Petrus Somers die de orgelkast bouwde. De muurbekleding, achter het koorgestoelte, is uit 1748, waar in half verweven beeldhouwwerk in 10 medaillons bijbelse taferelen zijn afgebeeld. Het geheel lijkt aan te sluiten bij de communiebank, die grotendeels is verwijderd maar echter honderd jaar ouder is.( Een Louis XV stijl zoals de preekstoel). Deze communiebank werd aangekocht in Breda. De deuren van de oude communiebank zijn verwerkt in het huidige dienstaltaar.

In 1684 maakte Peter Hoenders de muurbekleding voor de kruisbeuken. Ze vormen één geheel met de prachtige biechtstoelen. In de 15 medaillons worden de 15 mysteries van de rozenkrans afgebeeld. In dit prachtige materiaal vinden we zowel kunst als catechetische waarde terug.

Het altaar van Onze Lieve Vrouw 

Het Maria altaar werd in 1696 vervaardigd door Jan Henemans uit Turnhout. Het schilderij in dit altaar is van een oudere datum maar werd toen gerestaureerd en in het altaar verwerkt. Het stelt "Maria tenhemelopneming" voor.

Het stichtingsaltaar

In 1783 werd door P. Lacosta het zij altaar gemaakt met beelden van Sint Sebastiaan, Sint Joris en de Heilige Helena. Voor die tijd stond er een altaar van de Sint Joris Gilde en was er ook een stichting in de kerk van het Heilig Kruis. Volgens de legende werd het Heilig kruis gevonden door de Heilige Helena. Alles doet vermoeden dat het huidige altaar werd opgericht ter vervanging van de destijds bestaande gilde altaren en het stichtingsaltaar.

Verticale grafstenen

De verticale grafsteen van Pastoor Leemans bevindt zich in de zijbeuk bij de doopvont. Pastoor Leemans was een wijs, geleerd en geduldig man. Hij was, in moeilijke tijden, 52 jaar lang pastoor in de parochie en stierf op 2 mei 1672. Hij liet een grote grafsteen plaatsen in de doopkapel. Pastoor Leemans was tevens kruidendokter en had enkele recepten op zijn naam staan. Zo was er een borstsiroop, een koortswerend middel, een remedietegen graveel en een middel tegen steen, een ziekte waarvoor de Heilige Liborius aanbeden werd.

In de zijbeuk bij het Mariabeeld staat een grafsteen van Anna de la Rue. Zij was een rijke weduwe van Franse afkomst en gehuwd met Herman van der Eyke. Aangezien het graf in de kerk bevindt moet ze haast wel van hoog aanzien zijn geweest. Volgens haar begrafenisakte werd ze begraven tussen het altaar van het Heilig kruis en de Heilige geest.

 In de kerkvloer zijn er in totaal 24 grafstenen te zien. Om deze allemaal te benoemen zou ons te ver leiden. Maar gegevens hierover zitten vast en zeker nog ergens in de archieven van het bisdom.        

Schilderijen

1. Calvarieberg

Dit schilderij, uit de 16é eeuw op panelen geschilderd, wordt toegeschreven aan de school van Breugel. Het is een wonderbaarlijk en fascinerend tafereel. Zeer typisch zijn de fratsen en merkwaardige figuren die er op afgebeeld staan. Hoe dit schilderij in de kerk terechtgekomen is, is niet bekend. Het is wel het schoonste en tevens het meest waardevolle schilderij in onze kerk.

2. Aanbidding der wijzen

Bij binnenkomst in de kerk ziet men rechts een werk van 1631 en werd waarschijnlijk geschilderd in opdracht van pastoor Petrus Leemans. Onderaan staat immers geschreven: "Petrus Leemans, pastor in Meerle, in honorem Salvatoris nostri et deiparae Mariae viriginis hanc picturam donodedit 1631" . Wat zoveel wil zeggen als : Herder te Meerle, ter ere van onze redder en de dierbare maagd Maria. Het schilderij is van een onbekende schilder en is ooit vrijwillig gerestaureerd door Antoon Van Dijck, broer van Waltman van Dijck, die toen in Minderhout pastoor was. Antoon van Dijck zou er het portret van de schenker, pastoor Leemans, op geschilderd, hebben

3. Heilige familie

Links bij het binnenkomen van de kerk ziet u een schilderij naar de school van Rubens( 17é eeuw ) met de Moeder Maagd Maria, het kindje Jezus, Sint Jozef, de nicht Elisabeth en Sint Jan de Doper. Het is vermoedelijk een werkstuk uit een oud altaar, maar de schilder is onbekend.

4. Heilige Sint Job

Van het schilderij, de Heilige Sint Job op de mesthoop wat in de kerk hangt, is weinig geweten. Zowel de schilder als diegene wie het er gehangen heeft zijn onbekend.

5. Monseigneur Eestermans

Mgr Eestermans werd op 24 april 1858 geboren in Meerle en deed zijn intrede bij de Minderbroeders Kapucijnen te Edingen op 8 mei 1878. Zijn Priesterwijding was in Brugge op 19 mei 1883. Hij vertrok op missie in Indië, Lahore, Punjab. Op 29 juni 1905 werd hij in Antwerpen tot bisschop gewijd en werd plechtig in Meerle ontvangen op 2 juli 1905. Bij deze gelegenheid werd zijn schilderij gemaakt door I. De Beucker. Hierna nam hij op 10 december 1905 een bisdom in Lohare voor zijn rekening. Hij overleed op 31 januari 1931.

Andere kunstwerken

Prachtige koperen kandelaars, een schildpadhouten kruis, een mooi processiekruis, een arduinen doopvont, zilveren kandelaars en godslamp. In de sacristie een merkwaardige oude Friese klok, de zogenaamde stoeltjesklok en in de brandkast nog enkele mooie monstransen.

Klokken

In de toren bevinden zich twee klokken. De kleine klok is de Christusklok van 156kg. Dit is een oude tiendenklok, in 1725, gegoten door Willem Witlockx uit Antwerpen. Ze is versierd met het keizerlijk wapen van de Abdis van Thorn. Dat was in die tijd Francisca Christina van Paltz-Susbach ( 1717-1776 ) In de oorlog van 1940-1945 is deze klok weggehaald en in bewaring gegeven in de Heilig Hartkerk in Hoboken om te vrijwaren tegen de Duitsers. Deze klok is later teruggehangen.

De grote klok is de Onze Lieve Vrouwenklok. Dit is een veel nieuwere klok van 1175 kg, gegoten in 1954 door Van Bergen en Van Habost uit Kortrijk. Ze bevat de namen van Pastoor Van Dijck en onderpastoor Bellarminus. Als Peter en Meter staan vermeld burgemeestersvrouw Maria Rommens en Jaak Huybrechts, voorzitter van het toenmalige Kerkfabriek. De vorige klok die in de oorlog 1940-1945 werd weggehaald door de Duitse bezetter was gegoten door Serverinus Van Aerschot en Felix van Espen uit Leuven en dateerde uit 1854-1855.

Buitenzijde van de kerk

Vermeldenswaardig zijn het torentje op de kruisbeuk en het Spaanse torentje waarachter zich de archiefkamer van de kerk zich bevindt.

Slot

Wij hopen dat deze bescheiden brochure kan bijdragen tot de kennis van de, in 1953 geklasseerde Sint Salvatorkerk in Meerle 

Extra Info

Sinds de schoolquiz op 14-3-2015 weten we dat de omtrek van de kerk 194,527 m. is.

Danklied voor O.L.Vrouw van Meerle

tekst: Joos Aerts

In ons needrig Kempen dorpje
staat sinds eeuwen 't lieflijk beeld
't beeld van Meerles beste Moeder
die ons smart en pijnen heelt.
Refrein:
Aan ons goede Lieve Vrouw
blijven wij voor eeuwig trouw
Lieve Vrouw van 't schone Meerle
wees ons steeds de mooiste peerle.
Kwamen rampen ons bedreigen
Meerle bad zijn Lieve Vrouw
om bescherming te verkrijgen
troost en steun in leed en rouw.
In uw brede mantelvouwen
vinden wij steeds veiligheid
loon ons kinderlijk vertrouwen
toon dat g'onze moeder zijt.